nov 13

RodeNeuzenTheaterShow

Vanavond zag ik een theatervoorstelling. Een moedige jongeman doet het verhaal van twee andere jonge kerels: Koen en Jeroen. Als een vuistslag in het gezicht, zo voelt het aan. Raak. Dit zijn twee tieners die afzien. De ene geraakt er uiteindelijk door. De andere niet. Die pleegt zelfmoord. 15 is Marino en je vraagt je af hoe hij erin slaagt om zo treffend de story’s van Koen en Jeroen te vertellen.

Na afloop vertelt hij zijn eigen geschiedenis. Gepest op school. Mishandeld door zijn vader. Moeder in het ziekenhuis. Hij woont nu in een pleeggezin en vindt gelukkig steun en warmte in een nieuwe schoolomgeving én in theater, hierin bijgestaan door leerkrachten. 58 voorstellingen speelde Marino in 3 maanden tijd, in scholen en in culturele centra, uit idealisme en om het thema van RodeNeuzenDag van dit jaar bespreekbaar te maken: weerbaarheid bij jongeren.

Chapeau voor PIKOH, chapeau voor de leerkrachten en vooral chapeau voor Marino. Je moet het maar doen.

En tegelijkertijd woedt ook nog de storm over de theatersubsidies. Geef toe, collega’s artiesten en producenten: we hebben het allemaal wel voelen aankomen. En er zijn oplossingen. Denk maar aan Patreon bijvoorbeeld: mecenaat op maat voor mensen die op een kleine maar doeltreffende manier één of meer artiesten willen ondersteunen. Maar toen ik Marino aan het werk zag, moest ik denken aan die projectsubsidies die nu meer dan gehalveerd worden. Subsidies die soms gaan naar projecten van jonge, net afgestudeerde artiesten die hun weg nog moeten vinden. Subsidies die effectief soms leiden tot projecten die er niet in slagen om waar te maken wat het idee was, maar even goed subsidies die leiden tot hoogvliegers.

Gasten als Marino verdienen het om die kans te krijgen om een hoogvlieger te worden. En daarvoor dienen die projectsubsidies. Toch, meneer Jambon? En voor de zekerheid, Marino, start maar al met je Patreon profiel.